Binnen de turnsport blijft het gebruikelijk dat train(st)ers de beschikbare tijd (en dat is soms erg weinig!) zo goed mogelijk proberen te benutten. Om veilige, leuke en toch uitdagende lessen te bieden, worden er continue keuzes gemaakt.

Zeker met het opstarten van de turnlessen aan het begin van het seizoen wordt er een basis gelegd voor de rest van het seizoen. Dit is enerzijds fysiek; weer aan de slag met sporten en fitter worden. Anderzijds wordt ook de les-cultuur en de werksfeer gecreëerd.

Voor leden die 1 uurtje per week komen, is het prettig om een duidelijke structuur te bieden en heldere verwachtingen te scheppen. Het bieden van die structuur en helderheid is natuurlijk ook afhankelijk van een aantal praktische aspecten, zoals de grootte van de groep, eventuele assistenten en het beweegniveau van de kinderen.

Er is niet per sé 1 sleutel tot succes.

Het gaat er om wat voor de (assistent-)trainers, de club en de kinderen het meest prettig werkt en tot het beste resultaat leidt. En om dat te bereiken, is het wenselijk om regelmatig te bekijken hoe de les (nog) efficiënter kan en vanuit welke “visie” jij wilt werken!

Tijdsplanning

Hoe verdeel jij de trainingstijd over opbouwen, de warming up, 4 toestellen en de afsluiting?

Uiteraard is de (tijds)planning ook afhankelijk van de grootte van de groep en bijvoorbeeld de beschikbaarheid van assistent-trainsters. Echter blijkt het vaak – hoe luxe de situatie ook is – een grote uitdaging om je les op te starten, 4 toestellen te doen en de les af te sluiten.

Misschien zijn er andere (tijds)planningen die goed aansluiten en tot meer rust en resultaten leiden?

Passend bij de club, de ruimte, toestellen en materiaalmogelijkheden en het aantal kinderen en hun (beweeg)niveau, zijn er misschien alternatieven te overwegen… Zoals…

  • De ene week 2 toestellen, de andere week 2 toestellen?
  • Werken in blokken van (3x) 20 minuten. Blok 1 centrale warming up, Blok 2 en Blok 3 toestel- en/of themaspecifieker!
  • Bij de lagere (beweeg)niveaus niet denken in toestellen, maar in situaties die aansluiten op steunen, hangen, rollen, duikelen, roteren?
  • De inhoud van de warming up koppelen aan een toestel en het treffen van (fysieke) voorbereidingen?
  • Werken in maandelijkse thema’s, waarbij bijvoorbeeld het thema “handstand” op verschillende toestellen, in verschillende situaties terug kan komen?
  • Een deel centraal lesgeven (bijvoorbeeld bij de warming up) en het andere deel van de les circuitjes opbouwen?
  • Opbouwen van circuitjes, waarbij accenten en/of kernfases in verschillende situaties overeen komen?
  • De ene helft van de les centraal aan de slag met verschillende beweegvormen, opdrachten en basis. De andere helft van de les in stroomvorm langs alle opgebouwde toestellen en onderdelen, waarbij verschillende elementen en accenten worden gevraagd. Maak er 1 groot circuitje van.

De rol van de warming up

Wat is voor jouw lessen de rol van de warming up?

Een gezamenlijke aftrap van de les is altijd fijn! Een moment om weer aan elkaar te wennen. En dat geldt evengoed voor de kinderen onderling.

Toch kan de warming up voor nog veel meer dienen, dan alleen “warm worden” en gezamenlijk de les starten.

Varieer bijvoorbeeld met:

  • Een hele korte warming up en zorg voor een “introductie” bij het toestel om daar de voorbereidingen te treffen voor de “echte les”.
  • Juist een uitgebreidere warming up, waarbij beweegaccenten worden gevraagd en voorbereidingen voor de toestellen worden getroffen. Denk hierbij aan lichaamsscholing en het vragen van bepaalde houdingen.
  • Een warming up in spelvorm, waarbij de kinderen samenwerken en elkaar beter leren kennen.
  • Een warming up in competitievorm, om te motiveren en het enthousiasme aan te wakkeren. Geef bijvoorbeeld punten aan de beste …, de mooiste …, de hoogste …, of als de opdrachten zijn gelukt.
  • Aan de slag met principes als conditie, het sterker maken van benen & enkels, vormspanning en verschillende krachtopdrachten. Turnen vraagt nu eenmaal om spierballen en lichaamscontrole.

Heb jij de balans gevonden tussen fysieke voorbereiding & het trainen van elementen?

Turn(st)ers gaan graag over de kop en vinden het leuk om “trucjes” te leren! Echter is het niet wenselijk om continue deze elementen te vangen en 1 op 1 bezig te zijn.

Hoe creëer jij de opbouw naar lastige elementen en hoe behoud je toch tegelijkertijd het overzicht?

  • Werken in een circuitje, waarbij het desbetreffende element centraal staat. Een van de stationnetjes, is het stationnetje waar gevangen wordt.
  • Zorg voor veilige methodische situaties, waarin de kinderen het elementen stap-voor-stap op een veilige manier kunnen uitbouwen.
  • Maak het geleidelijk steeds is moeilijker. Van de vloerlijn, naar de balkverbreder op de grond, naar de bank, naar de balkverbreder op een hogere balk, etc.

Het zou leuk zijn om te lezen hoe jij de les vormgeeft, wat je met de warming up doet en hoe je omgaat met veiligheid, vangen & overzicht houden!

Laat gerust een reactie achter!