Het lukt een turn(st)er niet altijd om de beweging in een keer te voelen of te begrijpen op welke manier hij/zij de beweging kan verbeteren. Logisch, want dat vraagt om het vermogen om het lichaam aan te kunnen sturen, het vermogen om te voelen wat er gebeurt en het vermogen om überhaupt te begrijpen wat de bedoeling is.

Sommige turn(st)ers vinden het daarom fijn om een visueel voorbeeld of aanknopingspunt te hebben. Dit kan een voorbeeld zijn van een beweging voorgedaan door een andere turn(st)er. Of probeer de focus te verleggen op externe (visuele) aanknopingspunten.

Bij een voorbeeld van een ander, krijgt de gymnast een beter idee van wat de bedoeling is. Dat betekent natuurlijk niet dat het in 1 keer lukt, of dat duidelijk is waar en hoe hij of zij zichzelf nog in de beweging kan verbeteren. Laat een turn(st)er met meer ervaring de beweging voordoen, film het nadoen en bespreek de verschillen. Doordat de turn(st)er vervolgens zelf kan zien wat er nog beter kan, wordt het al snel een stuk duidelijker wat de bedoeling is.

Ook is het leuk om soms een beweging uit te tekenen. Op die manier kun je als coach de accenten van een beweging meegeven en de timing tonen. Zoals bijvoorbeeld in dit voorbeeld met zwaaien. Het zwaaien koppelen aan de klok, werkt verhelderend voor de timing & de juiste houdingen tijdens de beweging.

Daarnaast is het interessant om soms niet de focus te leggen op de tips en de verwachting los te laten dat de turn(st)er de beweging vanuit mentale aansturing verbetert. Gebruik visuele aanknopingspunten, waardoor de beweging indirect de juiste aandachtspunten meekrijgt. Bijvoorbeeld een matje voor de insprong bij sprong, of benut de mogelijkheden van hoepels bij acrobatische elementen.

Het voorkomt dat je als coach steeds in herhaling valt met bijvoorbeeld de tip voor de handstand “grote stap-handen ver”. En doordat de focus niet langer ligt op de mentale aansturing (niet alle turn(st)ers hebben tenslotte dat vermogen) kunnen er verrassende positieve resultaten worden geboekt!